
Iemand
Iemand
#09. Mislukkingskunstenaar
Alles aan hem zei: Ik kan niets. Ik deug nergens voor. Zijn schouders, die er continu verslagen bijhingen. Zijn vormeloze truien, onveranderlijk van het soort dat al na één wasbeurt begon te pluizen. En het erge was, hij had gelijk. Mislukken was zijn enige talent. Tot die ene dag waarop Bulan het mislukkingskunstenaarschap aan de wilgen hing.
'Iemand' is een luisterboek met 17 korte verhalen over de kleine en grote triomfen die in onze sociale werkbedrijven worden behaald. Over struikelblokken en oplossingen, weerstanden en strategieën - maar vooral over de mensen om wie het uiteindelijk allemaal draait. Mensen die een extra zetje nodig hebben, een steun in de rug.
De korte verhalen zijn geschreven door Afke van der Toolen en ingesproken door Job Cohen, voormalig voorzitter van Cedris, de landelijke vereniging voor een inclusieve arbeidsmarkt.
Mislukkingskunstenaar
Alles aan hem zei: Ik kan niets.
Ik deug nergens voor. Zijn schouders, die er
continu verslagen bijhingen. Zijn vormeloze truien,
onveranderlijk van het soort dat al na één wasbeurt begon te
pluizen. En het erge was, hij had gelijk. Mislukken was zijn
enige talent. Hij heette Bulan.
En nu die ander. Een bierpul van een man. Zo iemand die
zich door niets en niemand omver laat blazen. Had zich
snel opgewerkt tot werkleider, en als iemand in die functie
op z’n plek was, dan was hij het. Niet alleen vanwege die
onverzettelijkheid, ook - misschien vooral - omdat hij oog had
voor zijn mensen. Hij keek. Hij heette André.
Ik was erbij toen André Bulan voor het eerst meemaakte.
André was die dag begonnen bij de inpakafdeling, en ik wilde
even kijken hoe het ging.
Best, zei André, maar meteen daarop wees hij naar Bulan:
‘Waarom zit die man hier?’
Ik legde uit dat Bulan niets anders wilde. Omdat hij ervan
overtuigd was dat hij niets anders kon. ‘Jaja,’ zei André.
En ineens zag hij eruit als een man met een missie. In de
weken daarna hing hij om Bulan heen als een moederkloek.
Hij prees hem de hemel in als hij zijn gewone dagquotum
had gehaald. Trakteerde hem te pas en te onpas op koffie
en vroeg hem de oren van het lijf. Het was niet helemaal zo
dat Bulan transformeerde onder al die aandacht, maar een
beetje opbloeien deed hij wel. Gaandeweg kreeg André een
beeld van de oorsprong van Bulans mislukkingskunst. Vader
twee keer failliet en nooit meer dezelfde. Moeder dik gegeten
van de verbittering. Allebei zo bezig met zichzelf, dat ze niet
doorhadden dat Bulan moeite had met school. En toen ze het
dan eindelijk in de gaten kregen zei zijn moeder: ‘Net je vader,
jij kan ook al niks’. Zijn vader zweeg.
‘Wat zou je willen?’ vroeg André hem op een dag.
‘Hoezo, ik kan toch niets,’ was het voorspelbare antwoord.
‘Weet je, ik ken je inmiddels een beetje, en daar geloof ik dus
helemaal niks van,’ zei André.
Hij zette zijn campagne voort, en kreeg Bulan zowaar zover
om een stagetraject af te leggen bij de schoonmaakafdeling.
Maar toen kwam de grote tegenslag: Bulan bleek niet goed
genoeg te kunnen lezen om zijn veiligheidscertificaat te halen.
‘Zie je wel,’ zei Bulan.
Maar André gaf niet op. Hij kreeg geregeld dat Bulan het
examen mondeling mocht doen. En dat werd de dag waarop
Bulan het mislukkingskunstenaarschap aan de wilgen hing.
Hij droeg nog steeds een vormeloze trui, maar zijn schouders
hingen ineens een stukje minder. Hij was geslaagd.