
Iemand
Iemand
#07. Blut
Antoinette met een lach: dat deed me goed. Hoe anders had ik haar een jaar of twee geleden leren kennen. Toen stonden haar ogen zo hopeloos als die van een onschuldige die een levenslange straf uitzit. De helft van de tijd kwam ze niet naar haar werk. En als haar gevraagd werd waarom niet, antwoordde ze lusteloos: ‘Waarom wel?’
'Iemand' is een luisterboek met 17 korte verhalen over de kleine en grote triomfen die in onze sociale werkbedrijven worden behaald. Over struikelblokken en oplossingen, weerstanden en strategieën - maar vooral over de mensen om wie het uiteindelijk allemaal draait. Mensen die een extra zetje nodig hebben, een steun in de rug.
De korte verhalen zijn geschreven door Afke van der Toolen en ingesproken door Job Cohen, voormalig voorzitter van Cedris, de landelijke vereniging voor een inclusieve arbeidsmarkt.
Blut
M’n achterzak links, m’n achterzak rechts, m’n
borstzakje. Niks. Geen cent te vinden, laat staan een
euro. Koffieautomaatpaniek: geen geld bij me. Het zou
toch niet waar zijn?
Achter me vroeg iemand: ‘Blut?’
‘Neenee,’ zei ik haastig. Gek eigenlijk dat je je op zo’n moment
schaamt. Ik begon weer hectisch te zoeken: borstzakje,
achterzak rechts, achterzak links. ‘Ik moet toch ergens… Ik weet
zeker…’ Tot mijn hersencellen eindelijk hun werk begonnen te
doen, de persoon identificeerden die bij de stem hoorde, en in
één moeite door met verbazing de kleine lach registreerden die
in dat ‘blut?’ had doorgeklonken.
Antoinette.
Terwijl mijn handen werktuigelijk door bleven zoeken, draaide
ik me om. Ja hoor, zij was het. Een vleug van het lachje speelde
nog om haar lippen, terwijl haar blik mijn handen volgde op hun
inmiddels hopeloze tocht van zak naar zak. Antoinette met een
lach: dat deed me goed. Hoe anders had ik haar een jaar of twee
geleden leren kennen. Toen stonden haar ogen zo hopeloos als
die van een onschuldige die een levenslange straf uitzit. De helft
van de tijd kwam ze niet naar haar werk. En als haar gevraagd
werd waarom niet, antwoordde ze lusteloos: ‘Waarom wel?’
Ontslag had gekund, uiteraard. Maar we hadden het gevoel
dat hier meer aan de hand was. En langzaam maar zeker
ontfutselden we haar een paar flarden van haar probleem.
Alleenstaande moeder. Verkeerde vriend, van de ene op de
andere dag verdwenen. Leeggeplunderde bankrekening, en
erger nog: torenhoge schulden, allemaal op haar naam. Zo hoog,
dat ze die met haar salaris nooit zou kunnen afbetalen. En dat
terwijl haar kind razendsnel van de ene schoenmaat naar de
andere sprintte. Antoinette hád levenslang.
We schakelden bedrijfsmaatschappelijk werk in. Ze kreeg
een bewindvoerder en een humane regeling. In plaats van
een maximaal loonbeslag dat nooit meer zou stoppen, werd
een traject van vijf jaar ingezet. Daarna zou ze een schone lei
krijgen. Opnieuw kunnen beginnen. Vrij zijn.
En daar stond ze nu, bij de koffieautomaat, met in haar
uitgestrekte hand wat kleingeld: ‘Je kan wel wat van me lenen,
hoor.’ Het lachje dat ook daar weer in doorklonk vertelde me dat
ze bijna helemaal terug was. De echte Antoinette.
De alleenstaande moeder die het best kon rooien. Die nooit
meer nodeloos verzuimde, omdat ze nu wist waarvoor ze
werkte. De zorgen tekenden nog lijnen in haar gezicht, maar
die uithollende hopeloosheid was eruit verdwenen.
‘Weet je het zeker?’ vroeg ik.
‘Tuurlijk. Zolang je het maar terugbetaalt!’